Ontwerp van de Grote Muzikant (1967)
Dit grote houten beeld noemde ik aanvankelijk een Muzikant. Ik had toen reeds een Fluitspeler en een Cellist gemaakt. Maar voor het houten beeld was het me ontgaan dat ik er niet bewust een instrument had bijgedacht. De Muzikant noemde ik later een Violist.
Nadien een Engel-Boodschapper. Misschien omdat in de muziek de muzen zelf spreken.
Het beeld heeft duidelijk een voorzijde die min of meer uitgehold is. Daardoor heeft de rug een mantelkarakter.
Middenin staat rechtop een zuil als een wervelkolom, of als de stengel van een plant, of de stam van een jonge boom.
Daarbovenop is het hoofd, als een kelk (want we voelen ons hoofd niet als een gesloten pot). Het hoofd is niet enkel open naar boven toe, het is ook open aan de rugzijde: het is langs daar dat de muzikant zijn inspiratie hoort toekomen, terwijl hij al spelend in de taal van de muziek de toehoorder ‘aanspreekt’: hij is de bode.
De linker- en rechterkant van de figuur zijn verschillend. Links klinkt de viool naar de toehoorder, rechts wordt de klank (letterlijk) in de hand gehouden, gevormd door de strijkstok.
Anekdote:
In 1969 maakte ik het portret van een man die bij een van zijn bezoeken vergezeld was van zijn echtgenote. Een wakkere, ondernemende vrouw.
Bij het zien van mijn Muzikant zegt ze plots “Ha, daar is Maria, Jozef en het kindje Jesus”. We stonden perplex. Zij niet minder, en prevelde: “Oei, wat heb ik nu gezegd.”
Nadien noemde ik het beeld ook wel eens een Engel. Een muzikant kan immers boodschapper zijn van de geestelijke wereld. Per slot van rekening hebben de 3 Koningen, de herders, Maria en Jozef geluisterd naar de Engelen die hen bezochten, en ze hebben hun adviezen opgevolgd ...