Brief aan Eugène Traey in aanloop naar diens 90e verjaardag (2004)
Goede vriend Eugène,
Ik denk veel aan u. Wat was het lot ons gunstig toen we samen nog muziek konden maken. Uw pianospel en Mozart bracht me weer een nieuwe levensimpuls. Voor mij was het de vervulling van een droom.
Beeldende kunst is eenzaam werk. Muziek daarentegen heeft ook een sociaal karakter. Men musiceert samen. Dat doorbreekt de eenzaamheid.
We zien en horen in de beeldhouwkunst en in de muziek een gemeenschappelijke stilte. In de muziek is er de stilte waarin de muziek klinkt. Dat is een andere stilte dan de leegte vóór men begint: die leegte van de afwezigheid is ondraaglijk.
Daarentegen is de stilte van de muziek of van een beeldhouwwerk, de stilte van de aanwezigheid, de levende stilte, een druppel van het ‘grote zijn’.
Het is spijtig dat we bij het ouder worden zoveel moeten afgeven. Hoe zou het anders kunnen? We moeten leren sterven. We moeten het zelf willen. Dat lijkt me de meest harmonische manier.
Ik wens u van harte veel moed en een gelukkig nieuw jaar,
René
(Illustratie: portret van Eugène baron Traey door René Smits, 1980)